Vraag 3/18

  1. Geef per reactie aan of deze wel of niet van toepassing is op jou.

    Tijdens een gesprek komen jouw tafelgenoten erachter dat je gelogen hebt.

    Uw reactie:
    Je wordt verlegen.
    Je gaat blozen.
    Je begint te stotteren.
    Je blijft kalm.
    Je maakt een grapje.
    Je handen beginnen te trillen.